Het drama van de boekenmarkt De boekenbonzen aan het woord ![]() ![]() Koffie en cola. Dat drinken de boekenbonzen Luc Coorevits, Luc Vander Velpen en André van Halewyck tijdens het interview. Zolang er maar cafeïne inzit, want het boekenvak is geen sector voor doetjes. Een organisator van literaire evenementen, een vertegenwoordiger van de onafhankelijke boekhandels en een uitgever kruisen de degens. Op de Boekenbeurs zullen dit jaar weer duizenden titels te koop worden aangeboden. Waar gebeurt er met die titels in de rest van het jaar? Is er nog altijd een overaanbod in de sector? Luc Vander Velpen, gedelegeerd bestuurder van de Colibro-boekhandels: ,,Er zijn nog altijd te veel boeken. We krijgen het allemaal niet meer verzet. De stapel in de boekhandel is de basis van de verkoop, maar je kunt niet evenveel stapels maken als er boeken verschijnen. De gemiddelde boekhandel heeft voor een slordige 150.000 euro boeken in huis. Met dat bedrag kun je een huis kopen. Van 60 procent van de ingeslagen titels gaat niet één exemplaar de deur uit." Luc Coorevits, directeur van Behoud de Begeerte, producent van literaire manifestaties als Saint-Amour en Geletterde Mensen: ,,Walter van den Broeck heeft eens gezegd: als je twee boeken per week leest - en dat is veel meer dan het gemiddelde - dan heb je na een jaar een honderdtal boeken gelezen. Wat stelt dat nu voor? Drie plankjes in een bibliotheek.'' Luc Vander Velpen: ,,Er zijn ook zoveel mensen die een schrijfcarrière ambiëren. Elke dag krijg ik met de post boeken die in eigen beheer zijn uitgegeven. Ik krijg die met de beste wil van de wereld niet in de verkoop. Het enige wat ik die mensen kan aanraden is: zoek een distributeur." André van Halewyck, directeur van uitgeverij en verspreidingscentrum Van Halewyck en voorzitter van Boek.be: ,,Naar mij moet je ze niet meer sturen. Van Halewyck distribueerde boeken van zo'n veertig kleine uitgevers. Vorig jaar ben ik begonnen met het afbouwen van die samenwerkingen. Elk jaar zeg ik de samenwerking op met de tien kleinste. Tegen 2006 moeten er dan nog tien uitgeverijtjes overblijven. Of we daar iets aan verliezen? Er zal waarschijnlijk één meesterwerk verloren gaan. Ik wil met minder titels meer omzet verwezenlijken. Anders beconcurreer ik mijn eigen uitgaven. De markt verdraagt niet nog meer boeken. Een boekhandel krijgt per jaar zo'n zevenduizend titels aangeboden. De helft is weliswaar academische, wetenschappelijke lectuur, maar toch: als er jaarlijks zo'n tachtig poëziebundels verschijnen, komen er maximaal vijftien in de boekhandel terecht. De rest wordt verdeeld onder vrienden en vriendinnen van de dichter." Luc Vander Velpen: ,,Het boek moet de lezer bereiken. Het drama van de Vlaamse boekenmarkt is dat wij zo weinig boekhandels hebben. Hoe meer verschillende boekhandels er zijn, hoe meer verschillende boeken je kunt uitgeven. Kijk naar Nederland. Daar zijn zo'n 1.500 boekhandels, waarvan een groot aantal een eigen specialiteit en een eigen gezicht heeft. Dat geeft uitgevers meer mogelijkheden om een grote diversiteit aan genres en smaken op de markt te brengen. Bovendien is Nederland zeer goed gestructureerd: tachtig procent van de Nederlandse boekhandels werkt al jaren georganiseerd in ketens, groepen en samenwerkingsverbanden." André van Halewyck: ,,Dat is het verleden. Binnen de drie jaar verdwijnt dertig procent van de Nederlandse boekhandels. Op 1 januari 2005 mogen in Nederland alle grote ketens, zoals Albert Heyn, Het Kruidvat en Aldi, boeken verkopen. Dat gaat een kaalslag teweegbrengen. Net zoals bij ons gebeurd is. Bij ons verkopen de grote ketens al meer dan vijftien jaar de toptientitels. En waar is de Vlaamse boekhandel gebleven? De gevolgen voor de uitgeverijen zijn slechts een kwestie van tijd. Het worden woelige tijden voor het boekenvak. Wat ik een probleem vind, is dat bepaalde spelers op de Vlaamse markt financiële zuurstof tekort hebben. Boekhandels hebben geen investeringsruimte en kopen heel voorzichtig in. Dat treft zelfs boeken die gegarandeerd goed zullen lopen. Ik heb nu een nieuw boek van Diane de Keyzer. Van haar eerste boek, Madame est servie , werden acht jaar geleden 25.000 exemplaren verkocht. Nu komt ze met een nieuw boek, een gelijkaardig en gelijkwaardig product. Er zijn naar mijn zin veel te veel boekhandels die maar twee exemplaren bestellen. Dat wijst op een gebrek aan professionalisme." Luc Vander Velpen: ,,Ik kan aannemen dat een uitgever dat een probleem vindt, maar jij bekijkt boeken stuk per stuk. Kijk eens naar het geheel. Aan het einde van een inkoopronde heeft een boekhandel een enorm bedrag uitgegeven. Een boek dat niet verkoopt is ongelooflijk duur behangpapier." André van Halewyck: ,,Het zijn overigens geen typisch Vlaamse, Belgische of Nederlandse problemen. In de pers zijn een paar leuke artikels verschenen over het 'succes' van Vlaamse auteurs op de Foire du Livre. Een leespubliek moet echter de tijd krijgen om te groeien, je hebt dat niet van vandaag op morgen. En zo lang kunnen Franse boekhandels die paar Vlaamse vertalingen niet in de rekken houden. Hier of elders: een boek is oud na vier maanden. Dat heeft gevolgen, ook voor de beschikbaarheid van kwaliteit." Een discussie over het boek in Vlaanderen drijft altijd af naar de ontwikkelingen in het Nederlandse boekenvak. Hoe staat het met het Vlaamse boek bij onze Noorderburen? André van Halewyck: ,,Een paar weken geleden bleek dat de Nederlandse minister van cultuur Tom Lanoye niet kent.'' [De Standaard, 14.9.4 - mc] Luc Vander Velpen: ,,Colibro heeft samen met Libris, onze zusterorganisatie in Nederland [een groepering van zelfstandige boekhandels die twintig procent van de Nederlandse markt vertegenwoordigt - mc] onderzocht in welke mate wij samen boeken zouden kunnen inkopen. Ik was verrast door de verschillen in aankoopgedrag. Wat in Nederland grote kanonnen zijn - Giphart, bijvoorbeeld - zijn bij ons nog geen musketgeweren en vice versa. In Nederland is zelfs Tom Lanoye geen evidente naam. Als Herman Brusselmans met zijn roman Uitgeverij Guggenheimer geen proces aan zijn broek had gekregen, was men hem in Nederland gewoon vergeten." André van Halewyck: ,,Er zijn opvallende uitzonderingen, zoals het debuut van Annelies Verbeke, dat voornamelijk in Nederland verkocht is." Luc Vander Velpen: ,,Hugo Claus doet het ook al jaren goed. Het omgekeerde geldt ook. Wij kennen evenmin veel jonge Nederlandse schrijvers. Bij wijze van verzachtende omstandigheid: Nederland biedt veel meer aan. En er speelt provincialisme: zowel in Nederland als in Vlaanderen koestert men zijn eigen auteurs. Thrillers zijn de moderne variant van de vroegere streekromans. Aspe verkoopt het beste in Brugge, Deflo in Mechelen, enzoverder." Luc Coorevits: ,,Als ik in Vlaanderen een tournee zou doen met alleen Joost Zwagerman of Arnon Grunberg, wordt dat geen succes. Giphart moet ik combineren met bijvoorbeeld Brusselmans, anders kun je de volle zalen wel vergeten. Het zijn twee verschillende landen. Waalse of Franse schrijvers kennen we helemaal niet meer." André van Halewyck: ,,Nederlandse uitgevers zijn nog altijd sterk geïnteresseerd in Vlaamse auteurs. Negentig procent van de Vlaamse auteurs wordt uitgegeven in Nederland. Maar ik verwacht een toenemende selectiviteit bij Nederlandse uitgevers. Vorige maand zijn vier uitgeverijen - Prometheus, Meulenhoff, Vassallucci en Arena - gefuseerd. Volgens de kranten zullen er vijftien van de zestig werknemers afvloeien, maar in de sector zelf vreest men dat de helft van het personeel zal moeten opstappen. Dan vallen er ook schrijvers weg, dat is logisch. Je kunt niet met de helft van je personeel evenveel boeken blijven uitgeven. De best verkopende schrijvers hoeven zich geen zorgen te maken, maar de rest zal selectiever behandeld worden. Dat geldt voor nogal wat Vlaamse schrijvers." Luc Vander Velpen: ,,Het is al een paar jaar bezig. Vlaamse auteurs duiken plots op bij Vlaamse uitgeverijen. Dan weet je: ze worden in Nederland niet meer ernstig genomen." Luc Coorevits: ,,Voor Behoud de Begeerte is Nederland een permanente uitdaging. Het probleem is vooral dat men in Nederland geen traditie heeft van literaire zaalproducties. Onze tournee met Connie Palmen en Adriaan van Dis verkocht goed in Nederland, maar je kunt Behoud de Begeerte niet zomaar naar daar overplanten. De Nederlanders hebben veel cabaret, maar geen voorstellingen zoals Behoud de Begeerte ze maakt. Contacten met de pers zijn in Nederland ook heel anders. Nederlandse journalisten benaderen voor een gesprek of een voorstel wordt bijna als een persmisdrijf ervaren - zo voel ik het toch aan. Nederland is niet bijster gastvrij. Als je voorstelling in een schouwburg doorgaat, krijgen je artiesten een naar karton smakend broodje kaas voorgeschoteld. Schrijvers begroeten als ze aankomen, is in Vlaanderen gebruikelijk, in Nederland gebeurt het zelden of nooit. Connie Palmen en Adriaan van Dis traden eens ergens op voor een volle zaal van achthonderd mensen, en het spuitwater dat ze op het podium dronken, moesten ze achteraf betalen. Die schrijvers komen toch de tent draaiende houden? Ze zijn toch een beetje respect waard? In de twintig jaar dat ik in de literaire sector werk, zijn de schrijvershonoraria in Vlaanderen aanzienlijk gestegen. Ik durf te beweren dat dit de verdienste is van Behoud de Begeerte, en daar heb ik veel onprettige reacties op gekregen. Men noemde mij een nestbevuiler, omdat ik plaatselijke organisatoren dwong om, net als ik, deftige honoraria uit te betalen. Nu nog lopen er in Vlaanderen mensen rond die vinden dat schrijvers niet betaald moeten worden voor hun werk op een podium, omdat het promotie is voor hun boeken." In een opiniestuk voor De Standaard van 3 juni pleitte auteur Tom Naegels ervoor dat uitgeverijen meer energie zouden steken in de promotie van boeken. Verschijnen er niet te veel boeken om een individueel boek goed te kunnen promoten? Luc Coorevits: ,,Het eerste wat je moet doen is een goed boek schrijven. Mijn overtuiging is dat talent altijd bovendrijft." André van Halewyck: ,,Dat geloof ik niet. Alle Nobelprijswinnaars liggen bij De Slegte. Ik geef vooral non-fictie uit en dat vraagt een ander soort promotie. Een non-fictieboek hak je in stukjes en die stukjes kun je in verschillende media kwijt. Het vraagt wel veel creativiteit. Wat fictie betreft: een Vlaamse uitgever kan een Vlaamse debutant pas goed in de markt zetten in coproductie met een Nederlandse uitgever. Zonder zo'n coproducent ben je meteen al zestig procent van de markt kwijt.'' Luc Coorevits: ,,Behoud de Begeerte probeert in de eerste plaats goede producties te maken, voorstellingen die voldoende intrinsieke kwaliteiten hebben om overeind te blijven. Leesbevordering, boekenverkoop en auteurspromotie kunnen daarvan de neveneffecten zijn, maar het blijven secundaire doelen. Het afgelopen seizoen hebben wij zo'n 1640 boeken verkocht na de voorstellingen. Ik ben daar niet ontevreden over, maar op zich, los van de voorstelling, is het economisch niet interessant. Als we die boekenverkoop zouden uitbesteden aan plaatselijke boekhandels, elke avond een andere, zou hen dat niet veel opleveren. Ik heb vaak aan boekhandels voorgesteld dat zij de verkoop na de voorstelling zouden doen. Dat betekent echter dat zij voor één avond boeken moeten inslaan, die wij de hele tournee gewoon kunnen meenemen in de decorwagen. Ze moeten een stand meebrengen, die wij veel goedkoper kunnen vervoeren. Ga zo maar door." Luc Vander Velpen: ,,Dat de boekhandel geen graantje mag meepikken, zet veel kwaad bloed. De boekhandelaar heeft het al niet makkelijk en als meneer Coorevits met zijn karavaan voorbijtrekt, moet de boekhandelaar ook nog betalen om na de voorstelling boeken te mogen verkopen. Die boekhandelaar moet dat uit eigen zak betalen, terwijl Behoud de Begeerte zwaar gesubsidieerd wordt. Daar heb ik moeite mee." André van Halewyck: ,,Ik denk niet dat wat mobiele verkoop van 1640 exemplaren een probleem is voor de zelfstandige boekhandel. Sommige ketens organiseren in samenwerking met de media boekenacties die een veel grotere goederenstroom op gang brengen. De acties van De Morgen en Het Laatste Nieuws doen zo'n tienduizend boeken per week verkopen." Luc Coorevits: ,,Men leeft blijkbaar in de veronderstelling dat Behoud de Begeerte door zijn poten zakt van het geld. Met die zogenaamde overvloed aan subsidies hebben wij promotie gevoerd waar de boekhandelaar gratis van kan profiteren. Je zou denken dat een boekhandel een etalage kan vullen met boeken van de optredende schrijvers. Nochtans heb ik dat nog nooit meegemaakt. Dat is een gemiste kans." Luc Vander Velpen: ,,Ik stel vast dat Het Beschrijf in Brussel wel moeite doet om een duurzame structuur voor boekverkoop te maken. Er was in Brussel vóór Passa Porta geen enkele Nederlandstalige boekhandel van betekenis meer. Ik apprecieer die inspanningen." Luc Coorevits: ,,Ik wens hen veel succes. Missionariswerk." André van Halewyck: ,,Wij appreciëren dat allemaal. Maar het is romantiek en daar is in het boekenvak anno 2004 geen plaats meer voor." Luc Coorevits: ,,Overigens is Het Beschrijf een puur Brusselse vereniging; Behoud de Begeerte opereert in heel Vlaanderen. Daar komt binnenkort een nieuw accent bij. Behoud de Begeerte wordt, naast een Vlaamse, ook een stedelijke, Antwerpse vereniging, gevestigd in de nieuwe Permeke-bibliotheek. Hoogstwaarschijnlijk komt er één grote literaire vzw met nationale uitstraling: Behoud de Begeerte, ZuiderZinnen en de Middagen van de Poëzie. Behoud de Begeerte zal de programmatie van het auditorium van de Permeke-bibliotheek verzorgen, met lokale, nationale en internationale accenten.'' Er zijn natuurlijk nog andere middelen om het boek bij een breed publiek te promoten. Een boekenprogramma op tv, bijvoorbeeld. Luc Vander Velpen: ,,Ik ben nog altijd op zoek naar het onderwerp waarover geen boek geschreven is. Vandaar dat ik niet snap waarom er geen tv-programma rond boeken te verzinnen is. Men moet het natuurlijk wel benaderen als een tv-programma, niet als een boekenkast op tv." Luc Coorevits: ,,Gemiddeld 1.500 mensen wonen het poëzieprogramma 'Koningsblauw' bij, wat in schril contrast staat met de honderd tot honderd vijftig exemplaren die van een dichtbundel worden verkocht. Ik denk dat het publiek niet de tijd en de mogelijkheden heeft om boeken te lezen, en daarom zijn honger stilt door literaire manifestaties bij te wonen. Die honger bestaat wel degelijk, en die honger zou mensen naar een boekenprogramma kunnen doen kijken. Een probleem is dat de media maar heel kort aandacht besteden aan boeken. Neem nu het brievenboek van Herman de Coninck, Een aangename postumiteit . Rond de verschijningsdatum was er een rush. Een paar journalisten offerden er hun nachtrust aan op om die turf zo snel mogelijk te lezen en te recenseren. Nog dezelfde week moést de recensie in de krant verschijnen. Ik vind dat beledigend voor het werk van de schrijver. Waarom kunnen wij niet de mentaliteit aankweken om boeken wat rustiger te laten gedijen na hun verschijnen?" André van Halewyck: ,,Het ergste is dat die aandacht nooit meer terugkomt. Je hebt één kans om heel even aandacht te krijgen en dan snelt alles weer verder. De enige plaats waar je nog stilstaat, is op de Ring rond Antwerpen." Mark Cloostermans 28/10/2004 ©Copyright De Standaard |