Formule
1 zet Shanghai andermaal op de wereldkaart
![]() Tot voor enkele jaren was Jiading alleen bekend om zijn xiaolongbao, typische Shanghai dumplings, die de beste van China zouden zijn. Sedert de FIA, de organisator van de Formule 1 evenementen onder leiding van Bernie Ecclestone, eind 2002 toezegde een manche van het wereldkampioenschap Formule 1 in Shanghai te houden, is het circuit in Jiading een nieuw uitstalraam van China’s vooruitgang. Zoals met de toekenning van de Olympische Spelen bleek tweede keer, goede keer. Shanghai kon een adequate stadsinfrastructuur voorleggen en een economische dynamiek die de Formule 1 zich als ‘s werelds meest kostelijke sport toeëigent. Er moet voldoende lokale koopkracht aanwezig zijn om de sponsorgelden te verantwoorden. In October 2002 werd toegezegd dat de Grote Prijs van China in September 2004 zou georganiseerd worden, maar toen moest de eerste steen van de omloop nog gelegd worden.
De vorm van het circuit illustreert de ambities van China. De wagens draaien rondjes in de het karakter “Shang”, wat een verwijzing is naar Shang-Hai maar ook “boven” betekent, in de Chinese symboliek een duidelijke verwijzing naar vooruitgang, de toekomst. In de ceremonie voor de start van de race werden de 22 wagens geparadeerd die momenteel in China gefabriceerd worden. Daarvan was wel maar eentje van volledig Chinese makelij, de andere zijn geproduceerd in samenwerking met buitenlandse autoproducenten zoals Volkswagen, General Motors en Hyundai. Met alle kosten voor infrastructuur loopt het prijskaartje op tot een half miljard Euro, een bedrag dat onmogelijk commercieel kan verantwoord worden. De beweegredenen van de Chinese overheid om de Grote Prijs van China te organiseren zijn dan ook niet commercieel, maar strategisch van aard. Dit evenement is een voorlopig hoogtepunt in het prestige project genaamd China. Andere etappes waren de Tennis Masters Cup vorig jaar, de eerste Chinese astronaut in de ruimte, de medailleregen op de laatste Olympische Spelen, de toekenning van de Olympische Spelen in Beijing in 2008 en de Wereld Expo in Shanghai in 2010. De Chinese overheid vindt dat de tijd rijp is om de wereld te laten weten dat China geen ontwikkelingsland meer is waar alle inwoners in blauwe mao-pakken gekleed gaan en waar alleen maar fietsen rijden. China moet het imago krijgen van een modern, open, welvarend land dat kan wedijveren met andere Aziatische tijgers zoals Taiwan, Korea en Singapore. Dit enthousiasme wordt gedeeld door de overgrote deel van de bevolking die zich geen vragen stelt bij de gigantische investeringen gemaakt voor dergelijke evenementen. Sowieso is vragen stellen in het Chinese politieke systeem niet aan de orde, politiek is voor de Chinese burger een onveranderlijk gegeven zoals het weer. Toch staat het buiten kijf dat de Chinezen een bijzonder sterke trots voor hun moederland voelen. Dit zelfbeeld heeft een serieuze knauw gekregen toen de Chinezen eind jaren 70 ontdekten dat ze helemaal niet de wereldmacht waren die de leiders ze 20 jaar voorgespiegeld had. Sedert de opening is de Chinese welvaart verveelvoudigd met behulp van buitenlandse investeringen maar vooral door eigen inzet. De vruchten van het harde werken van de Chinese bevolking wordt met dergelijke evenementen aan de wereld getoond. Daarnaast stralen internationale evenementen een politieke en economische stabiliteit uit, niet enkel het hoogste Chinese ideaal, maar ook een goed klimaat om investeringen aan te trekken. De welvaart in China is geografisch gezien selectief toegenomen, zodat sommige streken nu klaar zijn om als showcase opgevoerd te worden. Aan de buitenkant zijn Shanghai en Beijing inderdaad moderne steden. Veel van die indruk is echter zorgvuldig opgebouwde façade waardoor bezoekers een vertekend beeld krijgen. De zakenmensen die Shanghai enkele dagen aandoen, komen aan in de ultramoderne luchthaven en rijden naar het luxehotel via de gemanicuurde autowegen of met de magnetische trein aan 450km per uur. Er is echter nog een andere realiteit in Shanghai en de rest van China. In de fabrieken naast de racetrack verdienen arbeiders minder dan 1000 Yuan per maand (100 Euro). Ter vergelijking: tickets voor de F1 race kosten gemiddeld meer dan 1000 Yuan. De F1 fanaten die verloren reden in de omgeving van het circuit, ontdekten dorpjes met minimale leefomstandigheden waar slechts enkele mensen een auto kunnen veroorloven. De verkeersellende op weg naar het circuit is slechts een voorproefje van het verkeersinfarct dat Shanghai te wachten staat. Shanghai profileert zich als het centrum van China’s autoproductie, en de lokale overheid moedigt autobezit aan om de sector te steunen. Dat resulteert in stapvoets verkeer in grote delen van de stad, hoewel er jaarlijks gigantische bruggen en tunnels geopend worden om de verschillende delen van Shanghai te ontsluiten. Het nieuwe beton lijkt enkel meer verkeer aan te trekken. Tegelijkertijd wordt de metro uitgebouwd, maar wegens het trage tempo blijft het bereik ontoereikend om een volwaardig alternatief voor de wagen te zijn zoals in Tokio of Hong Kong. Het meest flexibele vervoersmiddel blijft de fiets, die echter weinig status verschaft aan de groeiende groep van bemiddelde Shanghainezen. De Formule 1 bevestigde nogmaals de centrale plaats van Shanghai in de ontwikkeling van China. Shanghai komt zijn rol na als hoofd van de draak die het hinterland van de Yangtze moet meetrekken in zijn vooruitgang. |