Moe nie moe? ![]() Tijdens de Taalmaand in De Standaard (Maart 2001) verschenen vier bijlagen over taal. Een ervan is wel bijzonder interessant... daar vertellen een zekere Inge en Jan over hun ervaringen met de Chinese taal. ,,Dat klinkt als Chinees voor mij ...'' wijst erop dat de toehoorder er niets van begrijpt. Het is een uitdrukking die zijn betekenis niet gestolen heeft. Dat ondervonden wij toen we anderhalf jaar geleden een baan kregen in Shanghai en daar gingen wonen. Daar moesten we natuurlijk Chinees voor leren. Wie tien lessen Spaans volgt, kan al een aardig mondje babbelen met de lokale bevolking. Om dit ,,keuvel-niveau'' te bereiken in het Chinees moet je al enkele maanden voltijdse studie opbrengen. Wij probeerden de zachte weg, zoals het hoort in modern onderwijs: elke morgen van 8 tot 9, doorgespoeld met stevige koffie. Na achttien maanden hebben we het ,,overlevingsniveau'' bereikt: we krijgen het eten opgediend dat we dachten besteld te hebben, en we bemachtigen bustickets voor de bestemming waar we naartoe willen. Daarnaast kunnen we de standaardvraagjes de baas: waar we vandaan komen, hoeveel kinderen we hebben en hoeveel we verdienen (Chinezen zijn nogal direct). Wat maakt Chinees dan zo moeilijk? Chinees heeft geen raakpunten met de ons bekende westerse talen.
Daardoor moeten westerse aspirant-sinologen hun woordenschat van nul
opbouwen. Daarbij komen dan nog de tonen. Het woordje uit het hoofd
leren, is maar het halve werk! De uitspraak van de vier tonen (omhoog,
plat, naar beneden of op-en-neer) komt bovenop de specifieke klanken. Niet te verwonderen dat dit alles spraakverwarring veroorzaakt. En die valt niet alleen westerlingen te beurt. De Chinezen onderling hebben evenzeer problemen om elkaar te begrijpen. Elke streek heeft zijn eigen dialect, dat vaak even ver van de andere ligt, als het Engels van het Nederlands. Het dialect van Beijing is de officiële taal (het Mandarijns) en wordt onderwezen in de scholen. Zelfs in Hong Kong krijgen leerlingen sinds de aanhechting aan de Volksrepubliek het communistische Mandarijns onderwezen in plaats van het zuidelijk dialect (het Kantonees). Gelukkig is er maar één Chinees schrift. Daarom wordt er vaak naar de pen gegrepen als er spraakverwarring optreedt. Chinese karakters zijn prachtige kunstwerkjes. In de vijfduizendjarige
evolutie van het Chinese schrift blijft er niet veel over van de originele
tekeningetjes. Net als bij de hiërogliefen was het karakter voor een
mond vroeger de realistische weergave van een mond. Vandaag kun je
met een beetje verbeelding in
Er bestaan ook 'radicalen' om te duiden op betekenis. Drie streepjes
voor een karakter duidt op vloeibare toestanden (van
Als je de uitspraak en de woordenschat onder de knie hebt, is Chinees niet moeilijk. Er zijn geen vervoegingen en geen verbuigingen. Of het gaat om 'hij', 'zij' of 'het', moet blijken uit de context. Dt-regels zijn alvast niet van toepassing. En er zijn geen overbodige woorden in het Chinees: lidwoorden zijn plaatsverspilling en de verleden tijd is niet meer dan een achtervoegsel. Die eenvoud vermijdt dat er voor uitzonderingen een ander karakter moest uitgevonden worden! De vraag: ,,Is het goed of niet goed?'' klinkt in het chinees als: ,,Goed niet goed?''. Nu spreken wij ook zo in het Nederlands en dat maakt vraagstelling veel duidelijker, zoals in: ,,Moe niet moe?'' of: ,,Waar niet waar?''. Als je Chinees spreekt, kun je in één klap spreken tegen een vijfde van de wereld. Dat is al een reden om je vrije tijd te besteden aan Chinese les. Daarnaast onthult de gevorderde woordenschat waarom zoveel mensen ondanks alle ontmoedigingen toch volhouden. De woorden voor moderne apparaten die iets met elektriciteit te maken hebben, illustreren dat Chinees een prachtige taal is. Dian-nao is een computer (elektrische hersenen), dian-ti is een lift (elektrische trappen), dian-deng is een lamp (elektrisch licht), dian-shi is een televisie (elektrische foto), dian-ying is een film (elektrische schaduw) en dian-hua is de elektrische stem... de telefoon ! Inge Bruynooghe & Jan Dheedene De auteurs wonen en werken in Shanghai. |